Na de rit van vandaag spookte er 1 vraag door mijn gedachte: Waarom moeten wielrenners zo vaak plassen?
Vandaag stonden er 85 km op de agenda. niet minder dan 7 keer is er gestopt. En bij elke stop was er wel iemand die problemen had met de waterhuishouding.
Zou de inspanning ons terug in contact brengen met onze oerinstinkten ? Overal waar we komen moeten we ons territorium afbakenen. Overal waar we komen willen we een geurspoor achterlaten ter herkenning. Overal waar we komen willen we een signaal aan collega wielertoeristen geven: I was Here.
Is het gewoon voor de verhalen achteraf. Wanneer je kleinkinderen later met je rondrijden, kan je verhalen vertellen in de lijn van: kijk Annemieke, tegen die boom daar heeft den bompa nog geplast, en achter dat standbeeld heb ik eens goed gesch*ten. Jong jong, waren me dat nog eens tijden. En Annemieke denkt dan bij zich dat bompa zijn pilleke weer vergeten heeft.
Zou het zijn dat onze vochtinname niet in overeenstemming staat met het transpirratieritme van ons lichaam?
Of zou het zijn dat de gemiddelde leeftijd van onze clubleden dermate hoog begint te worden dat prostaat-perikelen eerder regelmaat dan uitzondering wordt en het moeilijker wordt voor sommigen om op te houden.
Wat het ook weze: vandaag hebben we gestopt om een regenjasje aan te doen, om te plassen, om een band te vervangen (en te plassen), om te plassen, om een spaak te herstellen (en te plassen), om een band te herstellen ( en te …). En ik ben er zeker van dat er in de krophoek nog geplast is.
Ondanks het oponthoud, de miezerregen, dreigende wolken, frisse temperaturen en smalle wegen (met lastige tegenliggers), hebben we 86 km goed afgewerkt en zijn we zonder kleerscheuren thuis gekomen. Het gemiddelde van de dag lag weer tegen de 30km/u.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten