maandag 9 augustus 2010

Rit 22: Riethoven

Na de rit van vandaag spookte er 1 vraag door mijn gedachte: Waarom moeten wielrenners zo vaak plassen?

Vandaag stonden er 85 km op de agenda. niet minder dan 7 keer is er gestopt. En bij elke stop was er wel iemand die problemen had met de waterhuishouding.

Zou de inspanning ons terug in contact brengen met onze oerinstinkten ? Overal waar we komen moeten we ons territorium afbakenen. Overal waar we komen willen we een geurspoor achterlaten ter herkenning. Overal waar we komen willen we een signaal aan collega wielertoeristen geven: I was Here.

Is het gewoon voor de verhalen achteraf. Wanneer je kleinkinderen later met je rondrijden, kan je verhalen vertellen in de lijn van: kijk Annemieke, tegen die boom daar heeft den bompa nog geplast, en achter dat standbeeld heb ik eens goed gesch*ten. Jong jong, waren me dat nog eens tijden. En Annemieke denkt dan bij zich dat bompa zijn pilleke weer vergeten heeft.

Zou het zijn dat onze vochtinname niet in overeenstemming staat met het transpirratieritme van ons lichaam?

Of zou het zijn dat de gemiddelde leeftijd van onze clubleden dermate hoog begint te worden dat prostaat-perikelen eerder regelmaat dan uitzondering wordt en het moeilijker wordt voor sommigen om op te houden.

Wat het ook weze: vandaag hebben we gestopt om een regenjasje aan te doen, om te plassen, om een band te vervangen (en te plassen), om te plassen, om een spaak te herstellen (en te plassen), om een band te herstellen ( en te …). En ik ben er zeker van dat er in de krophoek nog geplast is.

Ondanks het oponthoud, de miezerregen, dreigende wolken, frisse temperaturen en smalle wegen (met lastige tegenliggers), hebben we 86 km goed afgewerkt en zijn we zonder kleerscheuren thuis gekomen. Het gemiddelde van de dag lag weer tegen de 30km/u.

Rit 21: Ramsel

Wielrenners zijn sporters met karakter. Niet van die strandjeanetten die 2x 45 minuten per week achter een balletje aanlopen en dan op het einde van een seizoen niet meer kunnen presteren omdat ze moe zijn.

Neen, wielrenners hebben karakter, zetten door, geven niet op. Wielrenners zeggen niet neen wanneer tijdens de briefing blijkt dat de rit eerder 100 km is ipv 80 km en pittig ipv vlak. Na, ik zeg maar, 3 maanden inactiviteit zal dat voor sommigen wel even slikken zijn.

Neen, wielrenners blijven doorgaan. Ook al moeten ze op het 2de heuveltje van de dag al afhaken. Stoempend, duwend en trekkend halen ze toch de top en sluiten probleemloos weer aan bij de groep.

Neen, wielrenners zeuren niet wanneer er tegen meer dan 30 km/u wordt doorgevlamd ongeacht de weersomstandigheden, en ongeacht de glooiingen in het terrein. Blijven doorgaan, niet plooien. Ook al zweven er allerlei rare gedachten door ons hoofd (waar zijn we in hemelsnaam mee bezig, eigenlijk had ik nu nog in bed kunnen liggen, waarom lag ik gisteren niet eerder in mijn bed,…).

Respect voor diegene die vandaag hebben gereden tot het zwart werd voor de ogen. Respect voor diegene die na 95 km zo rood zagen dat menig tomaat jaloers zou zijn. Respect voor diegene die zo leeg gereden waren dat ze even moesten nadenken hoe ze weer van de fiets moesten stappen. Respect voor diegene die totaal leeggereden nog een paar leffes achterover kunnen kappen en daarna nog recht naar huis kunnen rijden.

Wat de rit van vandaag betreft kunnen we kort zijn: We reden naar Ramsel, in totaal 95 km, tegen een gemiddelde dat de 30km/u bij aangename temperaturen en bij zonnig weer.

Op naar een vlakke rit richting Holland volgende week en daar een serieus pittig ritje naar Diest op Moederdag.

maandag 2 augustus 2010

Rit 20 - Lummen

Met 24 waren we voor een leuk ritje naar Lummen.

Na een korte briefing werd er dan iets na 8 uur vertrokken. De 4 koptrekkers van dienst waren Kris, Chris, Louis M en Ronni. Onze voorzitter was vandaag de wegkapitein en hij nestelde zich samen met Louis B op de 3de rij. Van daaruit kon hij dan alles delegeren en ja hoor ... voor Leon geen probleem.

De koptrekkers werkten goed samen waardoor het dan ook vooruit ging. Eerst langs het Zilvermeer om dan kilometers lang de kanaaldijk te volgen tot Ham. Verder via Hulst en Paal alwaar de eerste kleine heuvels voor de wielen werden geschoven.

Ook de sanitaire stop lag boven op een bergje "Venusberg".  ( leuke naam voor een heuveltje ... ja toch ). Via Meldert en Mellaar ging het naar Lummen. Op de klim over de E314 werd een strak tempo gereden. ( de gesprekken vielen stil en gingen over in puffen en blazen ). In Lummen wat dokkeren over kasseitjes en dan verder over golvende wegen tot het kanaal nabij Beringen. Hier was het Johan die lek reed en 500m verder stond Louis M ook naast het kanaal zonder lucht achteraan. Het enige wat er daarna nog te melden was, was de prangende spurt tussen de 4 koptrekkers. Louis won hier met een banddikte voorsprong op Ronni.

Op het terras in de Krophoek was het zoals steeds weer gezellig, alleen het zonnetje was weg.

De juiste gegevens waren 82.4 km en 30.0 km/u.

ciao

Ronni