Vrijdagnacht een stevige nachtmerrie, zelfs Inge kreeg schrik. Wat stress al niet kan doen.
Met 21 waren we ingeschreven voor de rit in de omgeving van Aywaille. Het vooruitzicht van regen, koude en wind was voor velen een goede reden om te annuleren. Heb zaterdagmorgen nog effe getwijfeld om alles te annuleren maar neen, gewoon doen. Uiteindelijk waren we met 12 onderweg naar het zuiden.
Raymond en Ronni ( de wegkapiteins ), Leon, Paul, Rony, Mariette, Jos P, Wouter, Kevin, Roger, François Vanlommel en Kris.
Om iets na 8u waren we in Aywaille en het regende niet ( wel grijs met 1 streepje blauw ). Er was daar onmiddellijk een probleem daar er ook een parking voor campers aanwezig was. Natuurlijk maak je met 12 wel wat geluid maar kom zeg, zo erg was dat nu toch ook niet. Een Hollandse madame dacht hier toch anders over en liet dat duidelijk blijken.
Wij deden gewoon verder ... ok, de briefing was wel stilletjes.
Om half 9 vertrokken voor 110km en 10 cols. Na 300m was het al klimmen ... das rap. De côte de Werbomont was 12.8km en was ne loper. Op deze klim gingen de regenjasjes aan want de hemelsluizen gingen helemaal open. ( we waren goed bezig ). Een mooie afdaling ( wel in de gietende regen ) en daarna 5 km vlak.
Opnieuw bergop en daarna verder via Erria, Fosse, St.-Jacques en Gr.Halleux tot de voet van côte de Wanne. Dit stuk was koud en nat maar we bleven gaan. Op de côte de Wanne ging het beter daar de regen stopte en ook de zon aanwezig was.
De stemming sloeg gelijk om en iedereen zag het terug zitten. Paul had wel nog de tegenslag dat hij lek reed. Na de côte de Wanne ging het naar Stavelot waar de Stockeu niet werd gedaan wegens te gevaarlijk ( stijl en nat ). De kasseitjes in Stavelot werden uiterst voorzichtig genomen en hierna kwam de Haute Levée.
1km steile kost over een smal wegdek. Als er dan ook nog auto’s zijn die geen tijd hebben om effe te wachten volgen er wel wat boze blikken richting chauffeur.
Na de Haute Levée een afdaling tegen de wind en dan de mooie col du Rosier: 3.9km aan 6.1% Dit was het hoogste punt van de dag en dus ook koud. Na een mooie afdaling was er beneden in La Gleize de stop. Hier kon iedereen zich wat opwarmen en rusten. ( koffie i.p.v. ice-tea )
Na de pauze effe vlak en dan helling 6, de côte de la Vequée. Vooral de afdaling was hier spectaculair met snelheden van 80km/u en meer. Beneden links en ... helling 7: col du Maquisard ... mooie klim maar de wind vol tegen.
Op de top effe een sanitaire stop en terwijl we daar zo stonden hadden we bekijks ... en het waren geen koeien!!
Na de Maquisard volgde de Hautregard ... ja, ja rust was er nog niet bij want het ergste moest nog komen. De la Redoute was helling 9 ... en das ne klepper: 2km aan 9.0% en max. 17.5%. De afdaling van de Hautregard was werken ... de wind vol tegen dus blijven trappen. Door Remouchamps en dan ... la Redoute.
Voor een aantal zou het de 1ste keer worden dus de zenuwen waren gespannen. Gelukkig was het al een tijdje helemaal droog. Iedereen goed boven gekomen ... wat rusten en luisteren naar de gegevens van helling 10.
De côte de Chambralles: 1.7km aan 9.8% met een max. van 16.5%.
Nog ne klepper ... amaai. Via Sprimont en Rouvreux ging het snel naar de Amblève. Over het water en onmiddellijk bergop. Amaai, was me da ne klepper maar voor mij wel de mooiste ... een prachtklim.
Boven nog wat genoten van het mooie uitzicht en dan hup naar beneden. In Aywaille een terrasje gedaan en ja, echt wel, de zon kwam er helemaal door ... ne mooie afsluiter zou ik zo zeggen.
Op de parking wat opfrissen en eens vriendelijk lachen tegen de madame van de camper. Ze lag half te slapen in de zon tegen de camper ( waarschijnlijk slaap tekort ).
De juiste gegevens zijn 109.93km en 22.2km/u.
Volgens Kevin was de temperatuur ondertussen opgelopen tot 32° maar we gaan het toch maar houden op 15°. Bij het naar huis rijden hadden we regen in Luik maar erger was de stortbui bij aankomst in Mol.
Wat doen wij dan tegenwoordig ... stoïcijns kalm blijven.
Bedankt aan allen om er bij te zijn.
Merci Raymond voor het aanbrengen van deze prachtige rit.
Merci Jos voor het halen en terug brengen van de camionette ( heel gemakkelijk ).
Volgende week fietsen we naar Kortenaken en ... als het droog is ben ik al heel tevreden.
Maar ... door het slechte weer en het begin van het bouwverlof waren we met ... 4!! Met 4 dus ... dat is wel een historisch dieptepunt. Ronni ( wegkapitein ), Leon ( voorzitter ), Guy en Mariette waren present.
Om 8u was het grijs met wat gedruppel en de regenjasjes bleven aan. Ronni en Guy waren de koptrekkers en dat de ganse rit. De rit ging via Geel, Larum, Sint-Jozef-Olen, Herentals tot Grobbendonk. In Grobbendonk viel de regen met bakken uit de lucht en zijn we effe gaan schuilen. Na overleg toch verder gefietst richting Viersel en de regen verdween.
Langs het Albertkanaal en het Netekanaal tot Lier. In de buurt van Emblem onder een brug de plaspauze gehouden want de hemelsluizen gingen volledig open. Na 15 minuutjes verder en de regen verdween even plots als hij gekomen was.
De twee pittige buien hadden we overleefd en verder zou het droog blijven ... oef. Rustig door Lier gefietst over de kasseitjes en langs de Zimmertoren ... mooi. De rit ging verder via Kessel, Gestel, Herenthout, Olen en Geel tot Mol.
De beruchte kasseitjes van Kessel hebben we bewust links laten liggen.
Om 12u waren we in de Krophoek.
Na 102.93km - 27.4km/u – 2 buien – niemand lek en 3 consummaties verder vertrokken we om 13u naar huis.
Eindelijk nog eens droog, een mix van wolken en zon bij een graad of 20. Met 22 stonden we aan de start en om iets na 8u werd er vertrokken voor 100km naar de Limburg.Het tempo zat er onmiddellijk goed in want de wind blies in de rug.
Even voorbij Reppel was er de gebruikelijke stop.
Problemen zijn er niet geweest enkel het rondpunt in Kleine Brogel hebben we helemaal gezien. Onze wegkapitein moet af en toe ook eens gek kunnen doen ... Nee, nee ... we wilden gewoon weten of de koptrekkers de laatste van de groep konden inhalen ... neen dus.
Na Reppel verder via recreatieoord Erperheide en daarna overal binnendoor. En maar draaien en keren tot zelfs onze kapitein niet zeker niet meer was van het parcours. Gokken op links en da was helemaal juist ... oef.
In de buurt van Heusden-Zolder waren er dan nog wel de vlaggen ... Italiaanse maar ook Spaanse. Ondertussen weten we al dat de Italianen met 4-0 naar huis zijn gespeeld. Na de vlaggen bleef het tempo hoog en via Koersel, Korspel, Beverlo en Ham ging het naar het kanaal.
Hier ging het tempo nog eens omhoog waardoor het gemiddelde uitkwam op 30.1km/u!! Op het eind was het voor mij helemaal op maar ik was niet alleen.
De laatste kilometers gingen dan heel rustig naar de Krophoek met 101.13km op de teller. Volgende week opnieuw 100km naar Lier met de traditionele kasseitjes.
Met 3 moedige vrouwen en 9 mannen stonden we klaar om te vertrekken naar Valkenswaard i.p.v. Kortenaken.De man van Kortenaken zat in Plopsaland.
De voorzitter vroeg 4 sterke mannen om aan de kop te rijden want de wind zou parten spelen en ... er was regen op komst.
Droog vertrokken langs Rauw, Lommel en zo verder tot aan de sanitaire stop op km 37. Nog geen regen van betekenis gehad. Wel kwam Mariette zeggen dat ze 37km/u op haar meterke had zien staan maar omdat de Rony mee vooraan reed is daar niet veel op gezegd.
Terug vertrokken en daar was de regen maar nog niet hard genoeg om de regenjasjes aan te doen. Verder door Borkel en dan over het fietspad door het natuurgebied over den Dommel tot Valkenswaard. Hier werd op de markt beslist om de regenjasjes aan te doen of toch niet. De helft wel, de andere helft niet. ( dat waren die van de Vogezen die de regen wel gewoon waren ). De markt van Valkenswaard achter ons gelaten en verder via Dommelen en Riethoven. Hier ging het meterke tot 40km/u ( goeie weg en wind in de rug ). Even verder was het mooie liedje uit.
De velden in met de wind op de kop en ... regen. Het meterke ging snel naar omlaag. Verder langs Weebosch en zo richting Postel met nog steeds wind en regen. Maar geen probleem, blijven stoempen langs Sas 3, Sas 4 en Sluis om zo te belanden in De Krophoek. Voor 6 personen was het genoeg geweest en was de warme douche even later een feit. De andere 6 hebben hun koud biertje goed laten smaken met nog een traktatie van ne gulle gever die medelijden had met 6 natte kiekens.
De juiste gegevens zijn 87.7km en 30.4km/u.
Geen valpartijen en er is ook niemand lek gereden ( het was alleen maar nat )
De 4 koptrekkers waren Rony, Kevin, Raymond en Kris ( merciekes )
Wie zou kunnen
vermoeden dat in ieder van ons een potentiële moordenaar schuilt? Ik alleszins
niet. Nochtans zijn er meerdere doortrappers op meedogenloze wijze afgemaakt.
Menig Al-quaida strijder zou hier een puntje aan kunnen zuigen.
“Iedereen krijgt
een wapen en een naam. Het is de bedoeling dat je de aan u toegewezen persoon
ombrengt. Diegene die leeft op het einde van de week is de overwinnaar.”, waren
de woorden waarmee Mia en Els de fietsweek in het vredige Ventron openden.
Iedereen was nog duf van de busrit en het vertrek in de vroege uurtjes.
Om 5u loopt de
wekker af. 6u stipt vertrekt immers de bus. Ronni wilde immers tijdig in
Ventron zijn, want hij had reeds een aperitiefje in gedachten. Een ritje van om
en bij de 40 km, met 1 klimmetje ( Croix des Moinats ) van een kleine 9
kilometer. Een niemendalletje, als je weet dat vorig jaar de gemiddelde berg
25km klimmen was. Maar toch… het deed pijn om het klimmen in de benen te
krijgen. Van een aantal zaken kon je al zeker zijn: Chris is ongenaakbaar in de
bergen. Louis en Ronni zullen onder elkaar uitmaken wie 2des is en daar achter
ligt het een beetje open: Kris, Guy of Wouter? Hoe goed zit Johan (aangezien
hij nog niet veel km’s heeft gereden dit jaar)? Geen verassingen op de eerste
beklimming. Chris, voor Ronni en Louis. Op de 4de plaats volgde
Johan, op de hielen gezeten door Wouter. Kris en Bart volgden op korte afstand.
Jos P had zich mooi de functie van buschauffeur laten aanmeten en de rij werd
gesloten door Roger, Leon en onze echte buschauffeur.
De kop was er
af. De eerste 40 km waren droog afgehaspeld en tevreden kon iedereen
aanschuiven aan de tafel van Jacky, een hoteluitbater uit Luik die de wereld al
had afgezworven en ook een beetje Nederlands sprak. Over het eten en de
bediening kunnen we heel kort zijn: super.
De gegevens voor rit 1 zijn: 44.26km en
27km/u ( droog met wolken en zon )
De instructies
waren gegeven… ga en zaai dood en verderf. Hoe kan iemand met zo’n gedachte
rustig gaan slapen? Na lang woelen vind ik toch de slaap.
7u30, de wekker
loopt af. Instinctief kijk ik naar mijn wapen. Ready for battle.
De regen valt
rijkelijk naar beneden. De groene velden en bomen, zwangere beken en hoger
waterstanden deden ons al vermoeden dat we in deze regio niet moesten zijn voor
het mooie weer. Onze vrees werd bewaarheid. Tijdens het ontbijt werd er maar
over 2 dingen gesproken: wie moet mij hebben, en gaan we wel rijden door dit
weer. Voor sommigen onder ons werd deze eerste vraag al snel beantwoord…
De regen laste
even een pauze in. Net genoeg om iedereen klaar te maken en hun/haar fiets te
laten nemen. Johan en Mariette vertrouwden het zaakje niet, en beslisten in het
hotel te blijven. 500m hebben we het droog gehouden. Vervolgens gingen de
hemelsluizen open. De eerste cols werden in natte omstandigheden afgewerkt.
Klimmen in de regen valt nog mee, dalen daarentegen … Komt er nog bij dat op de
kam richting de Schlucht de temperatuur bleef steken op 4,5 graden C. Neem daar
bij nog een strakke wind en af en toe wat ijzel en je hebt de perfecte cocktail
om iedereen in een neerslachtige mood te krijgen.
Gelukkig was er
op de Col du Calvaire een taverne open waar we ons konden opwarmen. De
blijdschap was echter van korte duur. Een slachtveld is het daar geworden.
Verschillende koelbloedige moordenaars onder ons maakten gebruikt van de
miserie van anderen om hun genadeloos af te maken.
Uiteindelijk
stopt het met regenen en kunnen we de namiddag in droge omstandigheden
afwerken. Waarachtig, af en toe komt het zonnetje er zelfs door. De regen geraakt
snel vergeten en in een positieve gemoedsrust wordt de rit afgewerkt.
Noemenswaardig is nog de col du Surceneux. 13,2 km tegen een gezapig
stijgingspercentage. Aan de voet van de klim werden we nog maar eens met de
neus op de feiten gedrukt: nergens is het veilig… Plassen langs de kant van weg
kan uw dood worden. De eerste 10 km van deze klim waren loodzwaar: een
stijgingspercentage van 3%, met een zeer strakke wind op kop. Ik bevond me in
een groepje met 6tal teammakkers. We hielden het tempo hoog door regelmatig
door te schuiven. Stilletjes aan vielen de eerste slachtoffers: eerst niet meer
aflossen, dan bij kleine knikjes het gat moeten laten en vervolgens bij een
langer knik er definitief er af te moeten. Afzien en genieten tegelijk.
De gegevens voor rit 2 zijn: 119.24km en
24.6km/u( regen,
koude, zon en wolken )
De avond werd
afgesloten met de traditionele wandeling en een aantal moordpartijen.
7u30 … regen. En
deze keer ziet het er niet naar uit dat het zou stoppen. Vandaag zou de touraankomst
op het programma staan. In overleg wordt besloten de rit in te korten en te
beperken tot de voormiddag. 13 renners tonen zich bereid om zich door dit
str*ntweer te wagen. Al snel merken we dat de tour hier zal passeren. De wegen
zijn versiert met fietsers, bloemen, … Col des Croix is een lopertje en wordt
vlot genomen. De regen mindert en we beslissen nog even de Ballon de Servance
mee te nemen … Was me dit een vergissing. Halverwege de klim worden de
hemelsluizen volledig opengezet. Boven op de top was geen mogelijkheid om te
verwarmen of te schuilen. We trekken iets droog aan en beslissen om onverricht
ter zake maar terug binnen te rijden. 12u, en we staan onder de douche … Waar
zijn we mee bezig? De laatste rit met de club (Aarschot) was wel echt een
generale repetitie.
De gegevens voor rit 3 zijn: 52.65km en
23.5km/u( koud
en nat )
We beslissen om
eventjes een pintje te gaan drinken in Colmar. De regen bleef naar hartelust vallen. In Ventron zelf was immers
weinig te zien. 1 tip voor potentiële slachtoffers: toiletten zijn ideale
locaties voor moordpartijen. Deze namiddag zal de geschiedenis in gaan als “Le
massacre du Colmar”. Het groepje potentiële moordenaars wordt kleiner en
iedereen is meer en meer op zijn hoede. Bodyguards worden ingehuurd.
We zijn
halverwege de week. We beginnen terug moed te krijgen. Erger dan de voorbije
dagen kan het niet meer worden: we hebben regen gehad, stortregen, ijzel en
wind. “Het kan alleen maar beteren” denken we.
Think again, zou
ik zo zeggen. Dag 4 was opnieuw van dat. Le Markstein wordt in redelijk goede
omstandigheden aangevat: licht gedruppel met af en toe wat potentie om harder
te regenen. Ik volg een treintje met Louis, Ronni en Kris. Aanvankelijk gaat
het nog goed en kunnen we het tempo aan. Louis blijft echter beuken en op 3km
van de top moet ik lossen. 500 m verder moet ook Kris er af en samen halen we
de top, ondertussen in de regen. We staan net onder het afdak, te sakkeren over
het weer, wanneer het plots zwaar begint te stortregenen. Met bakken valt het
hemelwater op ons neer. We kunnen van enig geluk spreken: de skihut is open en
daar kunnen we schuilen en genieten van een warme drank. Na een uurtje lijkt
het ergste over. Na wat droge kleren aan te hebben gedaan zetten we terug aan
om via Munster de Schlucht te doen. Verbazing alom wanneer in het dal zelfs de
zon begint te schijnen. De Schlucht oprijden is een fantastische ervaring: het
zonnetje schijnt, de temperatuur is schitterend en de benen zijn goed. Meer
moet dat niet zijn. Laat de rest van de week maar komen. Snel een hapje eten
(pick nick verzorgd door ons cateringteam) en dan nog 30 km afdalen richting
Ventron.
Ik weet niet wat
wij verkeerd gedaan hebben, maar iemand hierboven moest ons hebben. Na 2 km
afdalen troepen donkere wolken samen. Ronni kiest om een toeristische route te
nemen weg van het drukke verkeer en langs mooie meertjes… Verkeer kwamen we op
deze route niet tegen… Maar meertjes meer dan Ronni zou willen. Gutsende regen,
ijzel en wind waren voor ons weggelegd. De apotheose van een natte 3-daagse.
Straten stonden blank, meertjes waren niet te onderscheiden van ondergelopen
grasvelden, straten waren niet te onderscheiden van kabbelende beekjes. Het was
stil in de groep…
Eventjes werd er
niet meer gedacht aan de moordpartijen. Vandaag werd na afloop van de rit enkel
gesproken over het weer. Wanneer zouden we eens een droge dag krijgen?
De gegevens van rit 4 zijn: 100.04km en
22.6km/u( een
mix van regen, hagel, zon en mist )
Pas op donderdag
zouden we met de ganse ploeg van start gaan. Het zonnetje scheen en iedereen
had er zin in. De regen en koude van de afgelopen dagen had wel zijn sporen
nagelaten: stramme spieren, pijnlijke pezen, afgesleten remblokjes, …
Moordenaars zijn
meedogenloos. Pech onderweg is geen excuus om vrijgeleide te krijgen. Onderhoud
aan de fiets? Dringend plasstopje? De gangen in het hotel? Geen enkele plaats
was nog veilig. Telkens je rechtstond, werd in het oog gehouden wie er een
manoeuvre maakte. Ook de moordenaars waren niet altijd veilig. In je eentje in
een hinderlaag liggen, maakt je immers het perfecte doelwit.
Aan de rit van
donderdag moeten niet veel woorden vuil gemaakt worden. Het enige
noemenswaardige was de beklimming van de Grand Ballon: een zeer lastig beestje,
in de volle zon, met tegenwind en Louis was niet 3des boven. Wie dan wel hoor
ik u vragen? Ik ben het vergeten…
De gegevens van rit 5 zijn: 118.61km en
24.4km/u ( zon en wolken )
Voor de laatste
rit heeft Ronni ook voor een mooie apotheose gezorgd: de aankomst van de tour
de France. La Planche des Belles Filles. Een dikke 5 km, met stijgingspercentages
van 18% (volgens het roadboek). De eerste kilometer is al direct zeer stijl. De
18% hebben we al gehad. Als dit zo de volgende 4km blijft doorgaan, gaan we
problemen hebben. Gelukkig wordt de klim iets minder stijl, hoewel we
regelmatig rond de 14% blijven. 4,5km op de teller, het einde is in zicht. We
naderen een grote parkeerruimte en zien de skihut staan. De volgauto staat
klaar, en de broodjes worden uitgestald. Nog een kort bochtje en…. “Het is daar
boven”, hoor ik de cateringploeg roepen. Een stuk spiksplinternieuwezwarte asfalt
doemt op. Ik zie alleen maar asfalt, geen top, geen eindmeet, niets. Echt man,
nie te doen. Het stijgingspercentage van de weg piekt plots naar 23,5%. Dit was
niet voorzien in het roadboek. Recht op de trappers, harken, stoempen, stoten,
trekken aan het stuur, zwalpen over de weg. Er lijkt geen einde aan te komen.
Menig vloekwoord gaat door mijn hoofd. Het zweet op mijn handen zorgt ervoor
dat het moeilijk is mijn stuur vast te houden. Ik probeer kleiner te schakelen,
maar dat lukt niet meer. Een paar kroontjes te weinig. Net op het moment dat je
denkt: “Dit hou ik niet meer” zie je het wegdek afvlakken. Ik kan terug gaan
zitten in mijn zadel en zie zelfs een gele meet opdoemen in de verte. We hebben
het gehaald… Veel geluk aan de Van den Broekes, Schlecks en Evans-en op 7 juli.
Nog de col de Servance
en we kunnen weer een streep zetten achter deze week in de bergen. Volgend jaar
naar de woestijn?
De gegevens van rit 6 zijn: 100.22km en
21.7km/u( zon en
wolken )
Iedereen is moe
maar voldaan. 1 zaakje moet echter nog geregeld worden: de opperkiller van de
groep. Nog 5 kandidaten zijn over: diegene die de meeste moorden op zijn
palmares heeft, is de winnaar. Mia en Els roepen Wouter uit tot opperkiller.
Aangezien hij 2 moorden op zijn geweten heeft. Echter, de enige echte, mean
lean fighting machine, ultieme moordenaar is Mia. Zij heeft 3 personen
koelbloedig afgemaakt (maar aangezien ze in het organiserende comité zat,
besliste Mia om af te zien van de prijs).
Nog een goede
nachtrust en morgen terug naar huis …